Veel mensen denken, dat hoe meer tanden er op een blad zitten hoe beter het spul werkt. Maar dat gaat niet op voor massief hout, bij plaatmateriaal werkt het wel.
Voor massief geld nog altijd, minder is meestal meer, minder tanden geeft grotere tandholtes en dit laat vlotter (lees sneller) werken toe, en vraagt minder vermogen van de motor.
Nog een cruciaal iets, de spaanhoek van de tanden, voor massief werkt een spaanhoek van 0° quasi niet (op een paneelzaag), je hebt dan een grote slijpschijf op je machine zitten.
Een positieve spaanhoek van 15° vliegt door het hout, maar de snede is redelijk ruw. Een spaanhoek van 10° werkt in massief het best.
Redelijk snel werken, redelijk zuiver snijbeeld, en de motor word gespaard. Persoonlijk vind ik dit nog altijd het beste compromis.
Om al deze redenen werk ik het liefst met zaagbladen met 36T (spaanhoek 10°) erop. Het spaart mij een hoop gejongleer met diverse zaagbladen, werkt snel en het eindresultaat is meer dan voldoende voor de meeste klussen die ik doe. Zagen is doorgaans een van de eerste bewerkingen die gebeuren, de eindafwerking van dat gezaagd hout gebeurt op andere machines, en met andere gereedschappen. Het zijn deze die het uiteindelijke resultaat gaan bepalen.
Soms heb je nood aan een meer gespecialiseerd zaagblad, maar in veel gevallen werk je daar gewoon rond.
Als je fabrikanten moet geloven kan je pas fatsoenlijk werk leveren als je minimaal 15 verschillende zaagbladen aan de muur hangen hebt
Nou dat klopt dus niet hé, één universeel zaagblad klaart in 99% van de gevallen gewoon elke klus.
Het enige wat je als gebruiker moet (leren) aanvoelen is de gewenste doorvoersnelheid, die heb je zelf letterlijk in de hand.