Waarom mag er geen olie op de zool van een houten schaaf? Ik vraag dat omdat ik het altijd wel gedaan heb, en er ook nog was onder smeer en ik snap niet goed wat daar fout aan kan gaan.
Ik denk dat het ook wel staat in het boek van Rauwerda over handgereedschappen (jaren zestig), maar die kan ik niet zo 1,2,3 boven water halen.
Even uit mijn hoofd: Het blok van de schaaf werd gedurende een dag in een bad met lijnolie gelegd, zodat het voldoende diep kon intrekken en verzadigd is met olie. (dus niet met een doekje, een laagje olie).
Als dat ook met de zool gebeurt, dan had de zool minder goed contact met het te schaven hout, omdat de poriën (= lucht) dicht gingen zitten (los van het feit dat er dan ook olie op het te schaven hout kon komen). Die lucht schijnt belangrijk te zijn, want bij de behandeling in gereedschapslessen over de stalen schaven, werd ook altijd uitgelegd dat een schaaf met een ribzool, vanwege die lucht in die ribben een betere grip hadden dan een stalen schaaf met een vlakke beitel. Maar een stalen schaaf werd toen voor de timmerman afgeraden, want als die van een hoogte viel op een bouwerk was hij kapot. Een houten schaaf niet.
Terugkomend op je vraag: leerlingen die goed en snel werkten waren bij ons eerder klaar. Dan mochten zij bijvoorbeeld hun eigen rijschaaf maken. Zelf hoorde ik niet bij die groep, maar die blokken werden netjes in een bak met lijnolie gezet, met de zool iets boven de oliespiegel uit. Mijn eigen rijschaaf dateert uit 1958 (van de toenmalige ambachtschool) en daar kon je ook goed op zoen dat de zool olievrij werd gehouden.