Het probleem van het schraapstaal is gelukkig uit de wereld geholpen terwijl ik op één oor lag.
In de tijd van stoommachines, vroege Dieselmotoren en door lederen riemen aangedreven werkplaatsen waren veel lagers van brons of van witmetaal. Bij grotere constructies bestonden die kussenblokken uit twee delen. Bij krukassen was dat zelfs de enige mogelijkheid. Omdat het vele malen simpeler is een as of een kruk goed op tolerantie te draaien werden de kussenblokken pasgemaakt op de assen. De assen werden geblauwd, met blauwe inkt bestreken, en rondgedraaid in de kussenblokken. De hoge punten werden zichtbaar door de inkt en werden geschraapt. Net zolang tot er een voldoende draagvlak was. Met latoenkoper, dun uitgewalst koperfolie, werd de speling tussen as en lager ingesteld. Er moest voldoende speling zijn om de smeerolie z'n werk te laten doen.
Tijdens m'n opleiding heb ik het schraapstaal gebruikt. De plaats waar de bocht zit werd voor dit schrapen gebruikt en dat is aan de gebruikssporen goed te zien. Het kon ook gebruikt worden om te ontbramen.
Voor het schrapen van rechte vlakken zoals draaibankbedden werden ook schraapstalen gebruikt. Die hadden de vorm van een vijl zonder tanden. De kopse kant was haaks geslepen en had een lichtelijk ronde vorm zodat de zijkanten niet in het staal kraste,