hallo allen,
zoals kan verwacht worden op een goed draaiend forum zie je hier vele methoden die echter ongeveer allemaal gelijk zijn. Het komt erop neer om eerst de ruwe vorm te geven en daarna met fijnere korrels, wetstenen het oppervlate van de twee vlakken die de snijhoek geven te verfijnen en de braam te verwijderen. Op zijn minst in de buurt van de snede gaan we het staal gladder oppervlakte maken, of zelfs polijsten.De korrel is belangrijk niet het merk of soort wetstenen, om dat doel te bereiken. Het heeft wel invloed op de tijd die ervoor nodig is om het te bereiken.
Ik vind de uiteindelijke vorm veel belangrijker. Het is, volgens mijn ervaring, hierdoor dat bepaald wordt wat je met het gereedschap prima kunt doen en wat niet.
Ik denk hierbij aan bolle, holle rechte en dubbele vouwen alsmede aan de slijphoek ( ook eventueel die aan de spiegelzijde, indien dit nodig geacht wordt), maar ga op dit laatste nu niet verder in.
Voor schaafbeitels zou ik niet weten of een micro bevel voordeel heeft of niet. Ik maak bij gewone schaven ( bevel down) bij het wetten vaak een microbevel met een hoek van ongeveer 1° tegenover de slijphoek. Dat gaat wat sneller. Een beetje bol kan ook geen kwaad als er maar genoeg vrijloophoek is (clearance)
Bij bevel up schaafmessen doe ik dat niet, maar ik denk niet dat het iets zou uitmaken.
Voor beitels en gutsen , burijnen, gepropte lang gebogen, verkeerd gekropte gutsen, steekbeitels enz ligt het anders. Indien je moet sturen op de vouw, zoals houtsnijders, beeldhouwers in hout, vioolbouwers dat moeten doen en toch ook voorkomt in de meubelmakerij, , maak dan geen bolle vouw of microbevels ! Beide voelen even onbestuurbaar aan indien je op de vouw moet sturen ( bevel down).
Laten we ervan uitgaan dat alles uit de hand moet worden afgewet , we kunnen gutsen niet wetten met hulpstukken. Dan is een volledig rechte vouw te moeilijk , bedoeld wordt van snede naar heft een recht vlak . Dus blijft er hol slijpen over.
De twee filmpje van Steven Gauwberg tonen deze vorm van slijpen en het wetten, de hele bewerking dus en de snelheid waarmee dat gaat. En zijn tekst legt hij perfect de redenering uit. Dat is dus schrijfwerk uitgespaard. Hieronder staan ze nog eens.
http://www.youtube.com/watch?v=kBZfHlV08TM
http://www.youtube.com/watch?v=cPzmK727QpQ
Het holslijpen en daarna de vouw vlak tegen de wetsteen houden heeft een even lange standtijd. Er zal immers vooraan en achteraan de vouw slijpsporen krijgen , stroken die tot hetzelfde vlak behoren. Het spoor aan de snede is is niet kleiner dan een halve millimeter terwijl de grafieken afgeleid van microfoto's ons leren dat slechts de eerste tientallen microns beïnvloed worden bij het bot worden . ArtHarg postte deze link reeds:
http://bladetest.infillplane.com/html/wear_profiles.html
Ik zelf heb ook enkel ook zo'n droge slijpmachine, maar werk het laatste decennium evenveel op een Tormek. Beide doen de job, zelf koop ik geen Tormek. Aan beginners zou ik dat wel kunnen aanraden in verband met het niet kunnen oververhitten van het staal.
Net als Steven ga ik graag na het slijpen over op een Hard Arkansas met petroleum met een scheut naaimachineolie erin, laten we zeggen 15 % , 40 % werkt ook goed. De laatste 15 jaar gebruik ik veel meer Coticule stenen met water. Voor de binnen kanalen van gutsen gebruik ik bijna altijd Hard Arkansas stenen. Indien moest blijken dat de braam na het machinaal slijpen wat groter is, dan de vouw op de fijne kant (ergens tussen 250 en 400) van een gewone, dubbele wetsteen die ik vroeger met olie gebruikte en de laatste decennium enkel nog met water gebruik. De steen werkt in beide gevallen even goed, maar het is minder smurrie omdat ik de spiegelzijde van steek beitels en schaven enkel op Coticule met water wet. Daarna dan ook de vouw op de Coticule.
En dan de Finishing touch : Ik werk af met leer, behandeld met polijstrood en vet en dat geeft het verschil. Touh en Ludwig 1 stroppen ook. Het leer moet op een plank vastgelijmd zijn want de juiste hoeken moet aangehouden worden. Even streng als bij het wetten. Anders is er toch een microbevel of bolle snede en dan kunnen we minder zuiver sturen.
En zoals al geschreven door Ludwig 1 :bij een houtsnijguts , voor mij ook bij houtdraaigutsen , bij voorkeur een binnenvouw voor eik, noot beuk, mahonie enz. Deze mag ook groot zijn indien dat gewenst wordt, ik hou de hoek van de binnenvouw wel scherper: op ongeveer 15 °. Wordt dat 20° dan zal de guts ook nog goed snijden.
Tenslotte : Geen enkel merk houtsnijgutsen levert correct gelepen gutsen. Ze zijn eventueel wel scherp, maar hebben een bolle vouw. Het verschil in stuurbaarheid na het herslijpen op de manier zoals hierboven werd gepromoot is geweldig groot.
Daarom koop ik gutsen, rechtstreeks bij de fabrikant, die op aanvraag slechts ruw gelepen zijn. Ik betaal er minder voor en moet ze toch her/slijpen.
Er zijn andere meningen aan bod gekomen van zeer gerespecteerde houtbewerkers met fantastische vaardigheden en grote kennis. Dit is slechts één van die meningen en dan nog beperkend uitgaande dat je doel of werkwijze de manier van slijpen beïnvloed, en dat deze nu juist is om zeer gecontroleerd te kunnen sturen op de vouw.
Dank aan allen voor het delen van kennis.
groeten,
Ornament
http://www.houtsnijden.eu