(veel) Schaven
Vervolgens aan het schaven waarbij ik, naast de SB3, gebruik heb gemaakt van een reischaaf
De vorige eigenaar had hem (gelukkig voor mij) weg gelegd met een vlijmscherpe beitel waardoor het schaven geweldig fijn verliep. Het afstellen van de schaafdiepte was in het begin overigens nog wel een zaak van oefenen: bij het vast zetten van de beitel (door aankloppen van het houtje) heeft de beitel de neiging om net weer iets dieper te gaan. Met als gevolg een te grove afstelling. Voor mij werkte het het beste om de schaaf op het hout te zetten, de beitel vervolgens zachtjes op het hout te plaatsen (= 0 mm schaafdiepte) en vervolgens het houtje voorzichtig aan te kloppen. Niet dat dit elke keer direct het gewenste resultaat had, maar op deze manier kwam ik er uiteindelijk wel.
Omdat de winding sticks wel laten zien of je in één vlak zit, maar niet of er hoogteverschil in zit heb ik daarnaast gebruik gemaakt van een lange (1,6 m) rei. Hier beiden (rei en reischaaf)
De rei gebruikte ik volgens de (bij gebrek aan de juiste naam) bij de wiebel-wabbel methode: als er hoogteverschil is dan ligt de rei niet vlak maar wiebelt op het hoogste punt
Bij het schaven liep ik nog tegen een praktisch probleempje op: door de lengte van de reischaaf kwam kon ik het laatste deel niet schaven omdat daar een kast stond. Verplaatsen van het werkblad was door ruimtegebrek geen optie meer. Praktische problemen vragen om een praktische oplossing. Dus: lade (was alleen een klep) open, het gereedschp er uit en voilá, ik kon weer verder
Uiteindelijk lukte het om beide vlakken recht te maken. Om vervolgens tot de ontdekking tot de ontdekking te komen dat de naad was gebleven: 2 vlakken liggen niet persé ook in het zelfde vlak. De oplossing was het gebruiken van boven- of onderzijde als referentievlak en daar de zijkanten op af te richten. Eerst de bovenkant als referentie genomen. Maar helaas is ook die door al het verlijmen niet vlak meer ☹ waardoor ook nu de naad bleef. Uiteindelijk de onderkant (die veel rechter is) als referentievlak gekozen en dat werkte uiteindelijk. Overigens is het telkens neerleggen (voor de controle) en het weer rechtop zetten (voor het schaven) bij balken van 40 en 50 kg een behoorlijke lichaamstraining. Neem daarbij dat, op zijn tijd, de balken ook nog eens van plaats moesten worden verwisseld dan is het feestje helemaal compleet.
Naast de al eerder genoemde middelen heb ik ook veelvuldig gebruik gemaakt van een werklamp (onder de tafel houden om te naden beter te kunnen zien), een (als ik het goed heb) zoetschaaf (de houten schaaf naast de reischaaf). Als het inderdaad een zoetschaaf is dan kan deze, vanwege de forse afstelling (heb ik gebruikt om snel veel weg te nemen kan hij, wellicht beter een stoutschaaf worden genoemd
. Als laatste een veel ge(mis)bruikte houten hamer voor het aantikken of losmaken van de beitel in de houten schaven.
Als alternatief voor de winding sticks ben ik op zeker moment over gegaan op het gebruik van een winkelhaak omdat ik daarmee zowel haaksheid als overtollig hout vast kon stellen.
Als laatste heb ik ook nog gebruik gemaakt van een pasje (dikte 0,75 mm) om na te gaan waar in de naad (hoe diep) er nog teveel hout zat.
Waar ik op zeker moment trots op was, waren (naarmate ik dichter bij het gewenste eindresultaat kwam) de mooie dunnen houtkrullen die de reischaaf produceerde.
Vaak gezien in Yt maar nooit gedacht dat ik die zo snel al zelf zou kunnen produceren.
Mede omdat ik, zoals mijn vrouw het noemt, achterstevoren denk (bv. pas als laatste het goed referentievlak kiezen), was het was al met al veel schaafwerk. Met als voordeel dat ik nu veel beter kan schaven dan voordat ik hier aan begon. Al dat schaven resulteerde in 2 (flink aangedrukte) emmers met schaafkrullen
Goed voor het starten van een kampvuurtje.
En dan het eindresultaat (tot zo ver)