Seek zei:
Zweihaak zei:
Het afronden van je schaafbeitel in een Nederlands type rijschaaf zou ik persoonlijk niet doen, omdat dit een Amerikaanse methode is. Nadeel hiervan is dat je meer nawerk hebt, omdat je niet vlak schaaft, maar schaaft met een lichte holling. Omdat je minder breedte van je schaafbeitel gebruikt schaaft hij inderdaad lichter.
Allemaal heel goed advies Zweihaak, maar hier wil ik wel met je van mening verschillen.
Het is geen Amerikaanse methode. Het wordt al door Moxon beschreven, een Engelse auteur uit de 19e eeuw, een heel stuk dichterbij. Uit Duitsland kennen we bijvoorbeeld de Schlichthobel een vrij korte smalle schaaf met een zeer sterk gebogen beitel. En dan bij ons de Roffel natuurlijk. Een stukje korter dan de voorloper en uitgerust met een gebogen snijkant aan de beitel. Er waren zelfs roffels met een over de breedte geronde zool. In antieke meubels kan je vaak de sporen van die gereedschappen vinden onder lades of op de achterkant.
Met zo'n schaaf werk je dwars of diagonaal op de plank en kan je echt in hoog tempo heel veel hout wegnemen. De reischaaf en de zoetschaaf hebben een veel lichtere kromming. Wat jij beschrijft met die afgeslepen hoeken is eigenlijk hetzelfde, maar dan wat primitiever uitgevoerd.
En alles in verhouding heh. Het maakt nogal verschil of je een ruwgezaagde kromgetrokken plank te lijf gaat of dat je materiaal al behoorlijk vlak is. In dat laatste geval ga je er natuurlijk niet eerst allemaal greppels in schaven.
Er zijn bijna even veel manieren van slijpen en schaven als dat er houtbewerkers zijn.
Ik heb mijn kennis van 4 jaar lts houtbewerken + een extra 5e jaar fijne houtbewerking, met een vervolgopleiding bij het SH&M. Ik moest tijdens mijn opleiding alles eerst met handgereedschappen doen en dan mocht er pas machinaal worden bewerkt. Tijdens mijn eerste jaren bij een ambachtelijke meubelmaker werd bijna al het schaafwerk met de hand gedaan. Mijn eerste werkgever was een man van 61 jaar en hij was een echte meester in het vlakken van ruw en gelijmd hout.
Ik werk dus puur volgens de Nederlandse methode.
Ik ben 8 jaar geleden door de schuld van mijn vrouw gestopt als meubelmaker, en ben een richtig opgegaan waarvan ik nooit gedacht had dat ik dat zou gaan doen, namelijk Desktop Publishing. Mijn vrouw zat al 20 jaar in dat vak. Dus mijn voormalig werk is nu mijn hobby :lol:
Bij grote werkstukken kun je ook eerst diagonaal beginnen met een voorloper.
De roffelschaaf die ik ken, heeft een holle zool, de roffel schaven die ik gebruikt heb werden dan ook alleen gebruikt voor het rond maken van hout, of (en niet door mij) voor het schaven van masten.
Maar er zijn inderdaad ook bolle roffels. Die werden vroeger ook wel gebruikt om lood of zink te verdunnen.
De Schlichthobel is een schaaf zonder keerbeitel, voor zover ik het met herinner.
Daar is ook wel een Nederlandse variant van gemaakt door Nooitgedagt.
De meeste Duitse schaven waren wel beter in kwaliteit dan de Nederlandse door de steenbeuken zool, die veel minder last had van uitloop en slijtage.
De greppels schaven waar jij het over hebt is een afwerking methode die nog steeds gebruikt word.
Dit werd of wordt er bewust in gelaten om een rustiek uiterlijk te geven aan een meubelstuk.