........... als je niet wacht tot het ijzer helemaal bot is, dat is de beitel ook met 2 minuutjes weer vlijmscherp. .....
...
Een houtsnijder slijpt zijn messen eigenlijk niet maar houdt ze op een strop vlijmscherp en dat zeer regelmatig. Maar daar kan Ornament ons vast veel meer over vertellen.
jaap
Ok, eerst maar eens situeren wat er moet gebeuren met dat scherp gereedschap
Het zal wel meer over beitels en gutsen gaan.
Zelf gebruik ik het mes niet zoveel. Van enkel polijsten veranderen de vouwen, ook bij messen. De vouwen worden boller de snede uiteindelijk stomper enz. Ikzelf slijp zo nu en dan het mes om de sneden terug de gewenste vorm te geven. Daarna afwetten en stroppen en klaar.
Een houtsnijder heeft heel wat gereedschappen die moeilijker te slijpen zijn dan de doorsnee houtbewerkers gereedschappen zoals steekbeitels en schaafbeitels, bijlen , boren enz.
Natuurlijk zijn er ook andere gereedschappen voor andere houtbewerkers die wat lastiger te slijpen kunnen zijn zoals de messen van profielschaven.
Net zoals bijvoorbeeld houtdraaiers, heeft de houtsnijder uiterst veel controle , stuurbaarheid, over de gutsen, beitels , schuine beitels enz nodig. Beide (en allicht nog andere ) disciplines werken langdurig met deze snijgereedschappen.
Houtsnijders werken eigenlijk uren achter elkaar met deze gereedschappen, want schuren is er niet zomaar bij. Alles moet dus glad , gecontroleerd, sterk van vorm (spanning) uit de "gereedschappen vallen ".
Haaks op de draad werken gaat vlot, met de draad mee gaat prima, maar een niet zo'n klein gedeelte zullen we tegen de draad in moeten steken en er toch een afgewerkt resultaat moeten halen.
Dit moeten we bovendien ook nog eens in alle richtingen moeten kunnen doen. Zeg maar tegen de hand, of zelfs in verwrongen houding en tegelijk ook nog eens tegen de draad. En dit moeten we dan nog eens tweehandig kunnen of we kunnen niet bij sommige te snijden delen komen.
Snijtechniek, scherp geslepen gereedschappen met een juiste geometrie aan de snijvlakken, ontwikkelde motoriek en uiterste controle over de gereedschappen en natuurlijk ervaring , voorkomt het uitscheuren van het hout.
Om deze perfecte controle over de gereedschappen te krijgen( het, maakt niet uit of het een steekbeitel (meubel) , guts, burijn, is) moeten we vlijmscherp gereedschap hebben dat bovendien perfect luistert naar onze bewegingen, kleine motorische veranderingen in de gebaren, of hoe je zoiets ook onder woorden kunt krijgen. Het moet zich makkelijk laten sturen.
Vlijmscherp dat is duidelijk, in verband met de geometrie zal ik in een volgende post de klassieke methode nog eens herhalen. Deze zal iet specifieker voor houtsnijgutsen zijn. Enkel de hoek wat stomper voor steekbeitels voor meubelmakers en je hebt ook voor meubelmakers de klassieke methode van de oude rotten. De grote waarschuwing was steeds: gij zult niet over de kop wetten ( ook niet bij slijpen of polijsten !)
Zoals Jaap al aangaf, is het een goede praxis om het gereedschap scherp te houden en al opnieuw vlijmscherp te maken lang voor het bot is geworden. En regelmatig wat stroppen kan daar een rol in spelen
indien het correct wordt uitgevoerd..indien ...indien...correct
Want bij het stroppen maakt bijna iedereen aan het einde van de stropbeweging een schommelende beweging, komt maw met het hand naar boven. Scherp wordt die dan snel, maar de snede wordt snel afgerond. Men polijst over de kop. De stuurbaarheid gaat eerst achteruit en gaat daarna verloren.
Zowel houtsnijders als meubelmakers doen dit. Het maakt dus niet uit of het een steekbeitel of guts is. Daarom kan best aangeleerd worden om op het einde van de strook juist een klein beetje te dalen.
We ronden dan de hiel van de vouw af en dat beïnvloedt de stuurbaarheid niet negatief, kan zelfs misschien nog een heel klein voordeel hebben. Maar omdat dat niet echt belangrijk is wordt er over het licht afronden van de hiel van de vouw niet ingegaan.
Dit zal na de volgende post misschien allemaal duidelijker worden.
groeten ,
Ornament
www.houtsnijden.eu