Hoe scherp moet je slijpen?

robvansuilen

Actieve deelnemer
29 nov 2018
208
82
Hoe meer ze vertellen hoe minder ze weten.😄
Voor jou en ook voor de vorige poster. Voor iemand zoals ik zelf die niets of bijna niets van slijpen weet lijkt zo'n filmpje heel wat, maar jullie commentaar is behalve een duidelijke afwijzing (zelfs minachting?) van het getoonde; inhoudelijk weinig verhelderend.

Zou je voor mensen zoals ik willen onderbouwen waarom dit nu allemaal niet juist is? Het kaf van het koren scheiden wordt voor leken zo makkelijker en de bijdragen worden wat inhoudelijker.
 

Superkees

Post veel
17 aug 2017
2.074
414
Hallo allen, het middelste filmpje heb ik bekeken op YT en ik vind het best wel een soort van genanceerd.
Wordt wel moe van dat gel*l van die presentator.
Feiten:
  1. Wetten werkt.
    Wetten op dun leer (op plankje gelijmd) werkt beter, dan dik leer én wetpasta op MDF.
  2. Na 10 keer schaven is dat wetten te niet gedaan
  3. Na 100 keer schaven is de bijtel aan een opfrisbeurt toe
  4. Soms volstaat wetten in plaats van slijpen.
  5. Diamantplaat levert minder scherp op dus wetten soort van noodzakelijk.
    Want diamant krast.
  6. Duur is niet beter.
  7. Waterstenen is natte bende en veel vlakken.
  8. Er wordt te veel geslepen
Paul Sellers slijpt op diamant en wet = soort van logisch en in lijn met het filmpje.
Heb zelf ook het beeld dat als ik eiken schaaf de beitel veel langer stand houdt dan op naaldhout, ook dat sluit aan bij het filmpje. Ze pakken nooit slecht gedroogd naaldhout met noesten....
Overigens heeft Paul Sellers ook een filmpje gepost met verschillende grits en 250 grit voldoet om te schaven.
Scherpte, houtsoort en draad ervan maken het een feest of een worsteling.
Nu heb ik er ook totaal geen verstand van, maar naar 100x schaven al weer moeten slijpen of wetten, lijkt me heel erg snel. 10 schaafbewegingen per minuut maakt dat je na 10 minuten weer moet slijpen? Of is dat dan enkel wetten? Dat komt in ieder geval weer overeen met punt 8. En machinale vlak of vandiktebank maakt vele duizenden omwentelingen, voor dat er weer geslepen gaat worden. Slijp je dan bij een handschaaf wegens het schaafbeeld, of om je armen te sparen?
 

jaap

Moderator
9 mrt 2008
5.051
1.682
Terkaple
www.woodworking.nl
Het maakt natuurlijk wel uit als je een plankje van 20 cm schaaft of een klein randje, of ruwe eiken planken van 3 meter.. Kops hardhout of een stukje grenen maakt ook verschil. Schaafbeitels in handschaven zijn ook van een zachtere staalsoort dan die in schaafmachines. Anders zijn ze niet meer met de hand te slijpen.
En als je niet wacht tot het ijzer helemaal bot is, dat is de beitel ook met 2 minuutjes weer vlijmscherp. Dat is ook het aardige van de eerste 2 filmpjes, heel heel superscherp is de beitel maar kort, maar daarna langere tijd goed bruikbaar. Daarom zeggen ze dat je niet te veel geld uit moet geven aan hele dure slijpstenen.

Het goed scherp houden van de je gereedschap geeft meer plezier en resultaat als je er mee werkt. Het is ook handig dat de slijpspullen klaar liggen om te gebruiken. Dan pak je ze sneller. Als je vaker slijpt krijg je er ook wat meer handigheid in etc. Als je gereedschap echt scherp is, dan glanst het hout....

Een houtsnijder slijpt zijn messen eigenlijk niet maar houdt ze op een strop vlijmscherp en dat zeer regelmatig. Maar daar kan Ornament ons vast veel meer over vertellen.

jaap
 
  • Leuk
Waarderingen: Roel22 en Wim Kluck

ornament

Post veel
29 nov 2011
2.444
538
........... als je niet wacht tot het ijzer helemaal bot is, dat is de beitel ook met 2 minuutjes weer vlijmscherp. .....
...

Een houtsnijder slijpt zijn messen eigenlijk niet maar houdt ze op een strop vlijmscherp en dat zeer regelmatig. Maar daar kan Ornament ons vast veel meer over vertellen.

jaap
Ok, eerst maar eens situeren wat er moet gebeuren met dat scherp gereedschap

Het zal wel meer over beitels en gutsen gaan.

Zelf gebruik ik het mes niet zoveel. Van enkel polijsten veranderen de vouwen, ook bij messen. De vouwen worden boller de snede uiteindelijk stomper enz. Ikzelf slijp zo nu en dan het mes om de sneden terug de gewenste vorm te geven. Daarna afwetten en stroppen en klaar.


Een houtsnijder heeft heel wat gereedschappen die moeilijker te slijpen zijn dan de doorsnee houtbewerkers gereedschappen zoals steekbeitels en schaafbeitels, bijlen , boren enz.

Natuurlijk zijn er ook andere gereedschappen voor andere houtbewerkers die wat lastiger te slijpen kunnen zijn zoals de messen van profielschaven.

Net zoals bijvoorbeeld houtdraaiers, heeft de houtsnijder uiterst veel controle , stuurbaarheid, over de gutsen, beitels , schuine beitels enz nodig. Beide (en allicht nog andere ) disciplines werken langdurig met deze snijgereedschappen.

Houtsnijders werken eigenlijk uren achter elkaar met deze gereedschappen, want schuren is er niet zomaar bij. Alles moet dus glad , gecontroleerd, sterk van vorm (spanning) uit de "gereedschappen vallen ".

Haaks op de draad werken gaat vlot, met de draad mee gaat prima, maar een niet zo'n klein gedeelte zullen we tegen de draad in moeten steken en er toch een afgewerkt resultaat moeten halen.

Dit moeten we bovendien ook nog eens in alle richtingen moeten kunnen doen. Zeg maar tegen de hand, of zelfs in verwrongen houding en tegelijk ook nog eens tegen de draad. En dit moeten we dan nog eens tweehandig kunnen of we kunnen niet bij sommige te snijden delen komen.

Snijtechniek, scherp geslepen gereedschappen met een juiste geometrie aan de snijvlakken, ontwikkelde motoriek en uiterste controle over de gereedschappen en natuurlijk ervaring , voorkomt het uitscheuren van het hout.

Om deze perfecte controle over de gereedschappen te krijgen( het, maakt niet uit of het een steekbeitel (meubel) , guts, burijn, is) moeten we vlijmscherp gereedschap hebben dat bovendien perfect luistert naar onze bewegingen, kleine motorische veranderingen in de gebaren, of hoe je zoiets ook onder woorden kunt krijgen. Het moet zich makkelijk laten sturen.

Vlijmscherp dat is duidelijk, in verband met de geometrie zal ik in een volgende post de klassieke methode nog eens herhalen. Deze zal iet specifieker voor houtsnijgutsen zijn. Enkel de hoek wat stomper voor steekbeitels voor meubelmakers en je hebt ook voor meubelmakers de klassieke methode van de oude rotten. De grote waarschuwing was steeds: gij zult niet over de kop wetten ( ook niet bij slijpen of polijsten !)

Zoals Jaap al aangaf, is het een goede praxis om het gereedschap scherp te houden en al opnieuw vlijmscherp te maken lang voor het bot is geworden. En regelmatig wat stroppen kan daar een rol in spelen indien het correct wordt uitgevoerd..indien ...indien...correct

Want bij het stroppen maakt bijna iedereen aan het einde van de stropbeweging een schommelende beweging, komt maw met het hand naar boven. Scherp wordt die dan snel, maar de snede wordt snel afgerond. Men polijst over de kop. De stuurbaarheid gaat eerst achteruit en gaat daarna verloren.

Zowel houtsnijders als meubelmakers doen dit. Het maakt dus niet uit of het een steekbeitel of guts is. Daarom kan best aangeleerd worden om op het einde van de strook juist een klein beetje te dalen.

We ronden dan de hiel van de vouw af en dat beïnvloedt de stuurbaarheid niet negatief, kan zelfs misschien nog een heel klein voordeel hebben. Maar omdat dat niet echt belangrijk is wordt er over het licht afronden van de hiel van de vouw niet ingegaan.

Dit zal na de volgende post misschien allemaal duidelijker worden.


groeten ,
Ornament
www.houtsnijden.eu
 
Laatst bewerkt:

ornament

Post veel
29 nov 2011
2.444
538
Hieronder een vers geslepen, afgewette en gepolijste Pfeil guts die perfect stuurbaar is. De hol geslepen vouw is nog voor het overgrote deel aanwezig. Aan de snede en de hiel van de vouw ziet men de sporen van het afwetten verfijnt door het polijsten.

Dit is de slijpvorm die mij de perfect stuurbare, coltroleerbare gutsen, beitels oplevert. De klassieke methode.

DSC00443pfeilcdvk500.jpg



Gutsen , burijnen, houtsnijbeitels worden geslepen onder een hoek . Voor mij is dat ongeveer 23 graden voor het werken in inheems hardhout, meestal eik. . Hol slijpen is de klassieke methode Hiervoor kan een dubbele bankslijper gebruikt met een degelijke, in te stellen, beitelsteun erop. Of met een Tormek of op een wiel van een grote bandschuurmachine.

Een vlakke steen ( vaak horizontaal geplaatst) of op het vlak waar de band van een bandschuurmachine overloopt geven geen holle vouw , kunnen niet dienen bij de klassieke methode.

Daarna worden de gutsen afgewet met coticule aan de buitenvouw. Er worden uiteraard geen microvouw aangewet., niet over de kop gewet. We moeten immers steeds de uiterste controle over het sturen van de guts hebben. En die verlies je als je een bolle vouw of een microvouw hebt. Dat is de reden dat er met het machinaal slijpen een holle vouw moet bekomen worden.

De hoek waaronder afgewet en gepolijst wordt, moet gelijk zijn aan de machinale (holle) slijphoek. zijn.

Met een Hard Arkansas steentje of met een coticule vormsteentje wordt de binnenkant (binnenkanaal )van de guts gewet. Dit steentje wordt onder een hoek van 8 graden gehouden. Er is dus een kleine binnenvouw.
Daarna wordt zowel de binnenvouw en buitenvouw handmatig gestropt. Polijstrood (dodekop) op een plankje met leder erop en op een vormpje met leder erop voor de binnenvouw, is het polijstmiddel.
Ook hier wordt met aandacht gewerkt, gestropt, om niet over de kop te polijsten.

Het afwetten en polijsten worden steeds tot en minimum beperkt om de holle slijpvorm zoveel mogelijk te behouden. Met minimum wordt bedoeld: als de structuur aan de snede en aan de hiel van de vouw verfijnd zijn is het werk gedaan. Bij het polijsten, als het blinkt is het ok.

Dan kan er nog een aantal keren gepolijst en gewet worden zonder dat de vouw bol wordt.

Noot: om een wat ruwer stalen vlak fijner te schuren of te polijsten, moeten er schuurmaterialen van verschillende korrels worden gebruikt. Hierbij moet men zorgvuldig schuurmateriaal met steeds fijnere korrels gebruiken:het opklimmen van de korrelgrootte. . Erover wakend dat men geen grote sprongen maakt in korrelgrootte.

MAAR ...

Bij het afwetten van een vouw daarentegen is het opklimmen met van de korrelgrootte absoluut niet nodig: na korrel 60 van de dubbele (droge) slijpmachine kan er onmiddellijk naar korrel 7000 van de coticule of Hard Arkansas worden gegaan, en daarna naar de strop. Aan de buitenvouw zou eventueel een tussenstap kunnen gedaan worden, tussen machine en coticule, met de fijnste diamantplaat ( ongeveer korrel 1200) of op de fijne kant van een tweezijdige oliesteen. Een 4 tal bewegingen op deze stenen volstaan, niet meer dan dat doen, daarna naar de coticule of Hard Arkansas.

Nog even melden dat indien er en klein stukje uit de snede zou gebroken zijn, de totale tijd voor het herslijpen, wetten en stroppen samen ongeveer 2 minuten bedraagt . Tenmiste als het slijptgedeelte op een droge dubbele slijpmachine, met witte steen, korres 60 gebeurt.

Hieronder nog eens de fotogenieke Pfeil guts

DSC00443pfeilcdvk500.jpg


groeten ,
Ornament
www.houtsnijden.eu
 

henkverhaar

Oud hout
20 jan 2011
4.839
892
Nijswiller
www.buroverhaar.nl
Nu heb ik er ook totaal geen verstand van, maar naar 100x schaven al weer moeten slijpen of wetten, lijkt me heel erg snel. 10 schaafbewegingen per minuut maakt dat je na 10 minuten weer moet slijpen? Of is dat dan enkel wetten? Dat komt in ieder geval weer overeen met punt 8. En machinale vlak of vandiktebank maakt vele duizenden omwentelingen, voor dat er weer geslepen gaat worden. Slijp je dan bij een handschaaf wegens het schaafbeeld, of om je armen te sparen?
Ligt er ook aan wat je schaaft. Als ik bamboestrips schaaf moet ik, als ik optimaal wil werken, na drie strips op maat geschaafd te hebben (er zitten 12 strips in een tweedelige hengel, 6 in de tip en 6 in het achterdeel) weer slijpen. Dat komt omdat bamboe veel siiica bevat en dus je beitel snel bot maakt, je maar een dun stuk bamboe schaaft en er dus veel slijtage op een klein deel van je beitel optreedt, en omdat de maatvoering van de strips erg nauw komt en je dus met zo min mogelijk weerstand wilt schaven, om die maatvoering te kunnen bereiken (hoe botter/minder scherp je beitel, hoe harder je op je schaaf moet leunen om hem door het materiaal te krijgen, en hoe minder controle je over de dikte, consistentie en hoek van je krul hebt). Wat niet wil zeggen dat ik nooit zondig tegen deze regels... Maar tijdens het maken van een hele hengel worden mijn beitels wel een paar keer geslepen...
 
  • Leuk
Waarderingen: SunRayes en ornament

Deze plek is voor toekomstige tekst. Door nu alvast deze kolom te activeren blijft de kolommen structuur ongewijzigd en de lezerservaring hetzelfde als er hier content geplaatst gaat worden.

Hier kan straks ook info geplaatst worden.