Walnotenolie is prima voor snijplanken, maar voor een aanrechtblad zou ik wat duurzamers gebruiken. Verbeterde oliën zijn oliën met toevoegingen die de olie snelle laten drogen/harder laten worden - vaak een lijnolie-tungolie mengsel. Danish oil bevat niet zozeer hars (althans - de naamgeving Danish oil is niet beschermd, dus Ron kan best van alles in een product stoppen en het dan Danish oil noemen ;-) ), 'klassiek' is een Danish oil een mengsel van drogende olie en een vernis. Een vernis is een product dat gemaakt wordt (ook weer 'klassiek') door een drogende olie met een hars te koken, zodanig dat een deel van de olie zich (chemisch) verbindt met de hars. Daarbij wordt die olie gedeeltelijk ontleed in vetzuren en glycerol. Er ontstaat dan een basispolymeer van vetzuur-harsketens, waarna door het 'drogen' (de auto-oxidatie die ook verantwoordelijk is voor het drogen van een gewone drogende olie) die ketens tot een taai netwerk worden verknoopt. Omdat je met een voorgepolymeriseerd product begint krijg je een meer uitgebreid, meer gestructureerd 2/3D netwerk dan wanneer je alleen een drogende olie gebruikt. Ook zorgen die polymeren, die al in de vernis zitten voordat je begint, er voor dat je vernis niet tot veel minder in het hout trekken, wat een drogende olie wel doet. Je krijgt met een vernis dus een harde, taaie film OP het hout, en met olie een minder taaie afwerking IN het hout.
Moderne 'lakken' (eigenlijk ook vernissen) zijn vergelijkbare voorgepolymeriseerde systemen, waarbij in plaats van natuurlijke harsen synthetische of halfsynthetische harsen (zoals bij een alkydhars) gebruikt worden. De mogelijkheid om daarbij de eigenschappen van de uiteindelijke vernis te fine-tunen zijn veel groter; het is echter minder 'natuurlijk', als je dat belangrijk vindt.
Normaal werk ik hout alleen af met olie; moet het waterdicht zijn (b.v. het handvat van een scheerkwast, of een scheerkom) dan begin ik met (impregneer)olie voor het uiterlijk (olie in het hout laat de tekening beter uit komen), en daar na een (alkyd of fenolhars) vernis voor de waterdichte afwerking. Bootlakken zijn veelal fenolhars-vernissen.
Oh en historisch gezien is een lak (genoemd naar schellak, van de lac-wants) een coating waarbij de polymeer al in oplossing aanwezig is en 'droging' alleen het verdampen van het oplosmiddel omvat; een vernis is een coating waarbij 'droging' voornamelijk of uitsluitend gebaseerd is op de (kruis)polymerisatie van de aangebrachte half-polymeer in-situ.
Moderne 'lakken' (eigenlijk ook vernissen) zijn vergelijkbare voorgepolymeriseerde systemen, waarbij in plaats van natuurlijke harsen synthetische of halfsynthetische harsen (zoals bij een alkydhars) gebruikt worden. De mogelijkheid om daarbij de eigenschappen van de uiteindelijke vernis te fine-tunen zijn veel groter; het is echter minder 'natuurlijk', als je dat belangrijk vindt.
Normaal werk ik hout alleen af met olie; moet het waterdicht zijn (b.v. het handvat van een scheerkwast, of een scheerkom) dan begin ik met (impregneer)olie voor het uiterlijk (olie in het hout laat de tekening beter uit komen), en daar na een (alkyd of fenolhars) vernis voor de waterdichte afwerking. Bootlakken zijn veelal fenolhars-vernissen.
Oh en historisch gezien is een lak (genoemd naar schellak, van de lac-wants) een coating waarbij de polymeer al in oplossing aanwezig is en 'droging' alleen het verdampen van het oplosmiddel omvat; een vernis is een coating waarbij 'droging' voornamelijk of uitsluitend gebaseerd is op de (kruis)polymerisatie van de aangebrachte half-polymeer in-situ.