De muur- of wandbalken hebben bij een halfhoutse verbinding best de uitsparing aan de bovenzijde, zo dragen ze toch volledig op de staanders, en is er geen gevaar voor inscheuren aan de lip bij belasting op deze manier. Daaruit volgt dan weer dat de ankerbalk de draaglip aan de bovenzijde krijgt, en een paar cm moet ingewerkt worden in de muurbalk om ook alle gewicht op de staander te kunnen overdragen. De lip dient enkel om de onderdelen bij elkaar te houden.
Bijkomend voordeel bij deze opbouw, de plaatsing is makkelijker, eerst de staanders oprichten en verbinden met de wand- of muurbalken, daarna deze op hun beurt dwars verbinden met de ankerbalken die er tussen zakken.
De normale opbouw is juist andersom, er worden dan telkens twee staanders verbonden door een ankerbalk opgericht, de muurbalken gaan dan op hun beurt alle deze "portieken" verbinden. Hier is het dan wel aangewezen om ankerbalken en muurbalken op een verschillende hoogte in te werken.
Waarom dan wel een kort stukje muurplaat op die plaats als er geen staander komt? Kan inderdaad met een paar korte toongagels vastgezet worden, echter deze wel aanbrengen zonder een verspringing in het gat te boren, je krijgt hier toch nooit een trekkende toging van de las.