Deel 1
Voorjaar 2000 kreeg ik van goede vrienden een paar flinke stukken Iroko, voorheen als vensterbank gebruikt. Doorsnede 38 x 300 mm, al met al wel een meter of 10. Aan de bovenkant voorzien van een keiharde laklaag, aan de onderkant de nodige sporen van beugels met bijbehorende schroefgaten. Met de zomer in aantocht moest van dat hout maar eens een zonnebed worden gemaakt. Ik had wel aardig wat handgereedschap maar nog geen stationair gereedschap. Gelukkig wel een cirkelzaag met geleiderail, een lichte bovenfrees, boormachine en boorstandaard.
SketchUp had het levenslicht nog niet gezien en AutoCad was me véél te ingewikkeld, dus op de spreekwoordelijke achterkant van de sigarendoos een schetsje gemaakt. Het resultaat zal ik hieronder laten zien, met enkele opmerkingen over wat 15 jaar weer en wind en een periodiek ernstig tekortschietende verzorging hebben aangericht. Voor mezelf ook een mooie gelegenheid om te zien of ik bepaalde dingen nu anders zou aanpakken, gewapend met wat meer kennis over materiaal en methodes, o.a. dankzij dit verslavende forum en zijn deels zeer kundige leden.
Goed, genoeg gelöld, de foto’s:







Vooral die laatste vouwstand is niet bepaald ergonomisch te noemen. Blijkbaar schiet mijn ruimtelijk inzicht tekort om de gevolgen van zo’n snel schetsje volledig te overzien. Dat is tegenwoordig wel een stuk gemakkelijker geworden, ik teken nu echt alles uit in SU voor ik begin te zagen.

De dwarslatten zijn ca. 17 mm dik, geherzaagd (hergezaagd?) met de handcirkelzaag. Zo’n dikke plank op breedte gezaagd en vervolgens op z’n kant tegen de voorkant van de werkbank geklemd. Geleiderail op het blad vastgezet en zagen maar. Herzagen met de cirkelzaag geeft wel wat nawerk maar een Stanley Handyman schaafje maakt gelukkig korte metten met ruw Iroko (wrang grapje, het was een bijzonder ongelijke strijd). De latten zijn met pen en gat in het frame gelijmd.
Soms zit het tegen… bij het afronden van de hoeken van het bovenframe sloegen er flinke splinters uit het hoofdeind. Ik weet inmiddels hoe dat komt en vooral ook hoe het te voorkomen, maar toen nog niet. Dat noem je dan een “design opportunity”: freesje wat dieper gesteld, nog een keer erlangs (nu wat voorzichtiger) en de lelijke uiteinden die een afrondfrees achterlaat met een guts bewerkt tot een bijpassend profiel.


Wordt vervolgd...
Voorjaar 2000 kreeg ik van goede vrienden een paar flinke stukken Iroko, voorheen als vensterbank gebruikt. Doorsnede 38 x 300 mm, al met al wel een meter of 10. Aan de bovenkant voorzien van een keiharde laklaag, aan de onderkant de nodige sporen van beugels met bijbehorende schroefgaten. Met de zomer in aantocht moest van dat hout maar eens een zonnebed worden gemaakt. Ik had wel aardig wat handgereedschap maar nog geen stationair gereedschap. Gelukkig wel een cirkelzaag met geleiderail, een lichte bovenfrees, boormachine en boorstandaard.
SketchUp had het levenslicht nog niet gezien en AutoCad was me véél te ingewikkeld, dus op de spreekwoordelijke achterkant van de sigarendoos een schetsje gemaakt. Het resultaat zal ik hieronder laten zien, met enkele opmerkingen over wat 15 jaar weer en wind en een periodiek ernstig tekortschietende verzorging hebben aangericht. Voor mezelf ook een mooie gelegenheid om te zien of ik bepaalde dingen nu anders zou aanpakken, gewapend met wat meer kennis over materiaal en methodes, o.a. dankzij dit verslavende forum en zijn deels zeer kundige leden.
Goed, genoeg gelöld, de foto’s:







Vooral die laatste vouwstand is niet bepaald ergonomisch te noemen. Blijkbaar schiet mijn ruimtelijk inzicht tekort om de gevolgen van zo’n snel schetsje volledig te overzien. Dat is tegenwoordig wel een stuk gemakkelijker geworden, ik teken nu echt alles uit in SU voor ik begin te zagen.

De dwarslatten zijn ca. 17 mm dik, geherzaagd (hergezaagd?) met de handcirkelzaag. Zo’n dikke plank op breedte gezaagd en vervolgens op z’n kant tegen de voorkant van de werkbank geklemd. Geleiderail op het blad vastgezet en zagen maar. Herzagen met de cirkelzaag geeft wel wat nawerk maar een Stanley Handyman schaafje maakt gelukkig korte metten met ruw Iroko (wrang grapje, het was een bijzonder ongelijke strijd). De latten zijn met pen en gat in het frame gelijmd.
Soms zit het tegen… bij het afronden van de hoeken van het bovenframe sloegen er flinke splinters uit het hoofdeind. Ik weet inmiddels hoe dat komt en vooral ook hoe het te voorkomen, maar toen nog niet. Dat noem je dan een “design opportunity”: freesje wat dieper gesteld, nog een keer erlangs (nu wat voorzichtiger) en de lelijke uiteinden die een afrondfrees achterlaat met een guts bewerkt tot een bijpassend profiel.


Wordt vervolgd...
Laatst bewerkt: