Eerst even dit ter verduidelijking.
Bij een Japanse schaaf (kanna) is de voorzijde (dai gashira) de kant die van je weg wijst als je de schaaf naar je toetrekt. De achterkant (dai jiri) is de kant die naar je toewijst. Dit is het tegenovergestelde als bij een westerse schaaf.
Caspar, ik ben het grotendeels met je eens maar
"3 punten is gewoon omdat vlak nooit vlak is, behalve als je een hele duure schaaf hebt ( hoop ik!) en dus de enige methoden om een vlakte te krijgen omdat 3 punten makkelijker bij te werken zijn dan een hele vlakte."
Een kanna, duur of niet behoeft altijd regelmatig onderhoud om de zool vlak te houden ook als deze nieuw is.
Drie contactpunten worden meestal gebruikt bij lange schaven zoals naga dai kanna (te vergelijken met een rijschaaf). Of bij schaven waarbij je vooral op korte stukken werkt zodat je op het laatste niet iedere keer meer hout wil wegschaven. Je kan dit naar je eigen voorkeur ook bij andere schaven doen maar voor het fijnste resultaat zijn twee contactpunten beter mijn inziens.
Vier contactpunten zoals in Odate's boek kom je enkel en alleen bij naga dai kanna tegen omdat door de lengte van de dai hij anders in het midden zal doorbuigen door de druk die je uitoefent. Zoals ik al zei vind ik ook daar de illustraties verwarrend, het lijkt soms of er een contactpunt is ACHTER de schaafbeitel en dit wil je zeker ten allen tijde vermijden!
Ornament,
Een interessant vraag. Een tijdje geleden heb ik een westerse houten blokschaaf afgesteld volgens de Japanse methode. En het verbeterde de werking enigszins. Dit is echter wel relatief WANT vermits je deze schaaf duwt werkt de bovengenoemde afstelling waarbij je twee contactpunten hebt niet. Deze bevinden zich namelijk voor de schaafbeitel en vooraan de schaaf en vermits je een westerse schaaf duwt zou je dan de voorkant optillen en dat wil je niet. Drie contactpunten zijn dan aan te raden en vooral je techniek aanpassen zodat je enkel druk uitoefent voor de schaafbeitel en niet erachter.
Voor een stanley zou ik dus drie contactpunten verkiezen omdat je door de locatie van de handgreep bijna niet kan vermijden dat je achter de schaafbeitel neerwaartse druk uitoefent.
Het zou een interessant experiment zijn, laat me weten als je er iets mee doet.
Ik heb vandaag nog enkele schaven bijgewerkt. Hier een afbeelding.
Bekijk bijlage 4398
Het kleurverschil zie je duidelijk omdat de twee contactpunten gepolijst worden door het gebruik. Als je dus na verloop van tijd ziet dat er glimmende plekken komen op andere plaatsen, wat dus wil zeggen dat de dai daar je hout raakt werk je deze even bij met een schraap schaaf en merk je onmiddellijk het verschil door een betere prestatie. Ik houd daarom ook graag de hoek van de achterzijde (dai jiri) en de kops kant heel scherp, dit helpt om er voor te zorgen dat er geen fijn stof onder de dai komt wat ook de werking benadeelt. Soms wordt er geopperd om de dai in te oliën wat volgens mij ook een slecht idee is omdat stofdeeltjes dan gemakkelijk aan de onderzijde hechten.