Dat hoeft op zich niet onlogisch te zijn, de diktegroei van de linker is de eerste zes veel sneller gegaan en daarna wat afgenomen en dat is typisch voor veranderende omstandigheden. Je zou je perfect kunnen voorstellen dat deze gouden regen naast de voordeur gezet is en in de losse, goed gecomposteerde grond van het plantgat een snelle start gemaakt heeft, om daarna wat verwaarloosd te zijn, last te gaan krijgen van verdichting door telkens over de wortelzone te lopen oid...
Maar ook een paar jaar goed gebalanceerd weer en dan te droog, te nat... kunnen dergelijke verschillen veroorzaken.
Maar...
Gouden regen verkernt doorgaans eerder snel - na een paar jaar zou je al duidelijk verschil moeten zien.
Als we er van uitgaan dat dit allebei gouden regen is, denk ik al vast niet dat de twee van dezelfde struik komen - de verschillen in diktegroei zouden erop kunnen wijzen dat de linker een deel van de stam is en de rechter een pakweg zes jaar jongere (gestel-)tak, maar dan is het niet logisch dat juist de stam nog zo goed als geen verkerning vertoont en de tak wel.
Je kan natuurlijk bij allebei met een scherp mes een stukje van het zaagoppervlak snijden en met een vergrootglas (10x) de structuur van het parenchym bestuderen. Bij gouden regen zou je een ringporeuze structuur moeten zien.
Best wel wat voorzichtig benaderen, Laburnum bevat cytisine en dat blijft toch een toxine (dus bij voorkeur geen handvatten voor bestek van maken...)