Die redenering leidt je al heel snel een filosofisch moeras in. Als je alleen het gebruik als maatstaf mag nemen laat je de opening om te zeggen "wat kan mij dat stuk regenwoud schelen, ik gebruik het toch niet" om vervolgens vrolijk een stuk ebbenhout door de vlak- en vandiktebank te jagen. Of die olifant af te schieten omdat je met een olifant niet zoveel kan (bovendien, waar láát je hem) maar met ivoor wel. Dus er bestaat ook een waarde die niet samenhangt met gebruik maar met persoonlijke of gedeelde overtuigingen en/of met schaarste. Ik denk dat vooral de clash tussen persoonlijke en gedeelde overtuigingen bij top(prijs)gereedschap een rol speelt: sommigen vinden dat LN schaven veel mogen kosten, meestal onderbouwd met redeneringen waarom dure spullen wel goed moeten zijn, terwijl er maar weinig zijn die ooit met een LN geschaafd hebben en zich op grond daarvan een oordeel kunnen vormen. Daar zit een stuk consensuswaarde. Aan de andere kant heb je mensen die vinden dat LN schaven te duur zijn omdat zij op basis van hun ervaring met andere schaven oordelen dat ze met een veel goedkoper instrument een goed genoeg schaafresultaat krijgen, waarbij 'perfect' goed genoeg kan zijn. Maar dan gaat het om een persoonlijke waardering. Als je op twee verschillende gronden waardeert zul je het nooit eens worden en krijg je de welles-nietes-discussie die ook hier regelmatig terugkeert.
Ik denk dat het belangrijk is om je af te vragen waar je jouw eigen waardering van spullen op baseert. Je kan je dan ook wel eens afvragen of dat de juiste overwegingen zijn. Zelf vind ik het volstrekt acceptabel om veel geld uit te geven aan een mooi stuk gereedschap van een gerenommeerd merk. Ik heb bijvoorbeeld twee Lie-Nielsen kapzagen, de grote jongens, omdat ik het gewoon mooie dingen vind en ik wist dat je met die Lie-Nielsens geen miskoop doet. Aan de andere kant van het spectrum is mijn favoriete beitel er eentje die ik voor €1.50 op Koninginnedag heb gekocht en is het grootste deel van mijn gereedschap N-dehands (N>1). Aan al die aankopen ligt zowel een gebruiksgerelateerde als een niet-gebruiksgerelateerde waardering van de aankoopprijs ten grondslag. So what? Mijns inziens is het pas een probleem als je je gedwongen voelt om een aankoop te doen waar je zelf niet achter staat. Als je een Anant koopt omdat je bang bent uitgelachen te worden als je een Lie-Nielsen koopt. Of als je een Lie-Nielsen koopt omdat je denkt dat je alleen daarmee hout glad krijgt.
Overigens: in jouw voorbeeld verandert er ook aan de fabrikant-kant wel degelijk iets. De prijs die hij vraagt moet in elk geval ervoor zorgen dat hij met het verkoopvolume een voor hem acceptabele opbrengst heeft. Een in de ogen van de markt te hoge prijs zorgt voor een te laag volume om die opbrengst te halen. Daarbij komt voor de fabrikant de overweging aan de orde: wat ga ik aanpakken? Ga ik meer arbeid/materialen investeren om zo de hoge prijs te rechtvaardigen? Ga ik de prijs omlaag gooien zodat mijn volume toeneemt zodat ik met kleinere marges toch voldoende opbrengst heb? Ga ik een reclamecampagne opzetten om de prijs van het artikel acceptabel te maken? De fabrikant moet zich dus ook afvragen waarop hij zijn prijs baseert. En dan kan best eens de keuze zijn om met een product te stoppen omdat je geen mindere kwaliteit wilt maken maar de kosten niet kan terugverdienen omdat de markt de prijs niet wil betalen. Terwijl anderen misschien wat minder sesamzaadjes op het hamburgerbroodje doen. En weer anderen besluiten om dan maar helemaal high-end te gaan, met bijbehorende prijzen.
Kortom, waarde? Het is maar wat je ervoor wilt geven
Ik denk dat het belangrijk is om je af te vragen waar je jouw eigen waardering van spullen op baseert. Je kan je dan ook wel eens afvragen of dat de juiste overwegingen zijn. Zelf vind ik het volstrekt acceptabel om veel geld uit te geven aan een mooi stuk gereedschap van een gerenommeerd merk. Ik heb bijvoorbeeld twee Lie-Nielsen kapzagen, de grote jongens, omdat ik het gewoon mooie dingen vind en ik wist dat je met die Lie-Nielsens geen miskoop doet. Aan de andere kant van het spectrum is mijn favoriete beitel er eentje die ik voor €1.50 op Koninginnedag heb gekocht en is het grootste deel van mijn gereedschap N-dehands (N>1). Aan al die aankopen ligt zowel een gebruiksgerelateerde als een niet-gebruiksgerelateerde waardering van de aankoopprijs ten grondslag. So what? Mijns inziens is het pas een probleem als je je gedwongen voelt om een aankoop te doen waar je zelf niet achter staat. Als je een Anant koopt omdat je bang bent uitgelachen te worden als je een Lie-Nielsen koopt. Of als je een Lie-Nielsen koopt omdat je denkt dat je alleen daarmee hout glad krijgt.
Overigens: in jouw voorbeeld verandert er ook aan de fabrikant-kant wel degelijk iets. De prijs die hij vraagt moet in elk geval ervoor zorgen dat hij met het verkoopvolume een voor hem acceptabele opbrengst heeft. Een in de ogen van de markt te hoge prijs zorgt voor een te laag volume om die opbrengst te halen. Daarbij komt voor de fabrikant de overweging aan de orde: wat ga ik aanpakken? Ga ik meer arbeid/materialen investeren om zo de hoge prijs te rechtvaardigen? Ga ik de prijs omlaag gooien zodat mijn volume toeneemt zodat ik met kleinere marges toch voldoende opbrengst heb? Ga ik een reclamecampagne opzetten om de prijs van het artikel acceptabel te maken? De fabrikant moet zich dus ook afvragen waarop hij zijn prijs baseert. En dan kan best eens de keuze zijn om met een product te stoppen omdat je geen mindere kwaliteit wilt maken maar de kosten niet kan terugverdienen omdat de markt de prijs niet wil betalen. Terwijl anderen misschien wat minder sesamzaadjes op het hamburgerbroodje doen. En weer anderen besluiten om dan maar helemaal high-end te gaan, met bijbehorende prijzen.
Kortom, waarde? Het is maar wat je ervoor wilt geven