Beste allemaal,
Vlak voor de kerst poste ik hier op het forum dat ik een aantal leuke houten schaven via marktplaats had kunnen kopen. Leuke projectjes voor de vakantie om ze op te knappen.
Gisteren toe gekomen aan het opknappen van de grote rijschaaf (van 75 cm lang en 8 cm breed) en bij de eerste inspectie viel mij iets geks op...de beitel paste niet door de mondopening in de zool van de schaaf. De mondopening was ruim 2 mm te klein .
De beitel leek toch echt te horen bij de schaaf. Alle andere afmetingen paste goed en ook het merkteken op de beitel (JNIJ) kwam overeen met de stempel om de neus van de schaaf. Ook bij een van mijn andere rijschaven van nooitgedagt gekeken en daar zat een zelfde soort beitel in.
Bij nadere inspectie leken er meer 'eigenaardigheden'. Zo had de schaaf geen vernis/laklaag, waren er geen slag afdrukken te zien op en rond de slagkop op de bovenkant. Ook de neus en hiel zijn nog helemaal gaaf.
Na het verder checken van de zool bleek ook deze vrij van gebruikssporen. De zool was aan de kant van de neus en de hiel iets wat 'hoog', maar een haal met een andere schaaf loste dat zo op. Dit bracht mij aan het denken, zou deze Nooitgedagt nog nooit gebruikt zijn? Sterker nog, zou het kunnen zijn dat wanneer je een Nooitgedagt kocht dat je dan zelf nog de mondopening op maat moest maken, en dat dit hier nog niet was gebeurd? Ik heb volgens mij op dit forum ooit gelezen dat wanneer je een Japanse schaaf nieuw koopt dat je hem ook eerst nog helemaal op maat moet maken. Maar nooit bedacht dat dit voor westerse schaven ook het geval kon zijn geval.
Is er iemand die hier meer vanaf weet? Hoe kocht je vroeger een houten schaaf? Was hij 'gebruiksklaar' of moest je er zelf nog mee aan de slag om hem werkend te maken? En de vernislaag, die zal toch wel vanuit de fabriek er op hebben gezeten?
Vlak voor de kerst poste ik hier op het forum dat ik een aantal leuke houten schaven via marktplaats had kunnen kopen. Leuke projectjes voor de vakantie om ze op te knappen.
Gisteren toe gekomen aan het opknappen van de grote rijschaaf (van 75 cm lang en 8 cm breed) en bij de eerste inspectie viel mij iets geks op...de beitel paste niet door de mondopening in de zool van de schaaf. De mondopening was ruim 2 mm te klein .
De beitel leek toch echt te horen bij de schaaf. Alle andere afmetingen paste goed en ook het merkteken op de beitel (JNIJ) kwam overeen met de stempel om de neus van de schaaf. Ook bij een van mijn andere rijschaven van nooitgedagt gekeken en daar zat een zelfde soort beitel in.
Bij nadere inspectie leken er meer 'eigenaardigheden'. Zo had de schaaf geen vernis/laklaag, waren er geen slag afdrukken te zien op en rond de slagkop op de bovenkant. Ook de neus en hiel zijn nog helemaal gaaf.
Na het verder checken van de zool bleek ook deze vrij van gebruikssporen. De zool was aan de kant van de neus en de hiel iets wat 'hoog', maar een haal met een andere schaaf loste dat zo op. Dit bracht mij aan het denken, zou deze Nooitgedagt nog nooit gebruikt zijn? Sterker nog, zou het kunnen zijn dat wanneer je een Nooitgedagt kocht dat je dan zelf nog de mondopening op maat moest maken, en dat dit hier nog niet was gebeurd? Ik heb volgens mij op dit forum ooit gelezen dat wanneer je een Japanse schaaf nieuw koopt dat je hem ook eerst nog helemaal op maat moet maken. Maar nooit bedacht dat dit voor westerse schaven ook het geval kon zijn geval.
Is er iemand die hier meer vanaf weet? Hoe kocht je vroeger een houten schaaf? Was hij 'gebruiksklaar' of moest je er zelf nog mee aan de slag om hem werkend te maken? En de vernislaag, die zal toch wel vanuit de fabriek er op hebben gezeten?